|
||||||||
Ze behoort stilaan tot de gevestigde waarden, deze vanuit Frankrijk opererende Braziliaanse. Dat blijkt ook nu weer, uit haar -bij mijn weten vierde- plaat, die een even korte als betekenisvolle titel meekreeg. Haar moederland zit tegenwoordig opgezadeld met een -zoals zovele van zijn “geestesgenoten” democratisch verkozen president, die er heel veel genoegen in schept iedereen die niet zijn schoenzolen likt, uitgebreid te schofferen. Die verkiezing veroorzaakte ook bij Flavia een schokeffect, dat voor een deel terug te vinden is in het dozijn nummers dat deze plaat telt. Vaste rechterhand Victor Vagh-Weinman -herinnert u zich “Plantation” van Kana nog?- zat ook deze keer aan de knoppen en bespeelde ongeveer alle instrumenten, van keyboards tot drumcomputer, van gitaar tot “gewone” drums, hij schreef mee aan alle songs, leverde nog wat backing-vocals af en bepaalde dus, kort gezegd, voor een niet gering deel hoé de plaat klinkt. Wàt erop staat, is dan weer het werk van Flavia: haar stem kennen we stilaan wel -die is heel zuiver en wendbaar-, maar de kwaliteit van haar teksten gaat er, plaat na plaat, flink op vooruit. Het ontstaansproces van deze plaat, kende een immens kantelmoment bij de verkiezing van Bolsonaro: Coelho voelde zich verplicht om haar onderwerpen te actualiseren en over de homo- en vreemdelingenhaat te schrijven (“Menino Menina” of “”Nosso Amor”), over de aanvallen op eeuwenoude culturen en de corruptie. Aan thema’s geen gebrek dus en, op het moment dat ik dit schrijf, kunnen we met z’n allen lezen dat Bolsonaro, op geheel Trumpiaanse wijze, beweert dat Leonardo di Caprio mensen betaalt om het Amazoneous plat te branden. Brazilië beleeft harde tijden, al is dat niet helemaal nieuw: een smeltkroes van die omvang, kent altijd wel zijn problemen en dat is bij voorbeeld waar “Cidade Perdida” over handelt en waarin Rio de Janeiro het onderwerp is. In het klimaat waarin Brazilië zich tegenwoordig bevindt, is het heel moeilijk om artiest te zijn: de overgrote meerderheid van het volk lijdt aan grandioze onverschilligheid en het is de taak van de artiest om de problemen te blijven benoemen. Je kunt Flavia Coelho dus rustig een “geëngageerde artieste” noemen, die zich maar al te goed bewust is van het feit dat je de mensen moet meekrijgen om de dingen te veranderen. En dus kiest zij voor de “twee vliegen in een klap”-aanpak: ze schrijft wervende teksten, maar verpakt die in vrolijke, zonnige muziek . In de titelsong, een mix van pop en cumbia, heeft Coelho het over de voordelen van rassenvermenging -lees: hoe je er ook uitziet, je zult altijd op zoek moeten gaan naar je diepste binnenste, je eigen identiteit, maar met open blik naar de anderen- en in “Billy Django” gaat het over een kerel die mensen beschermt tegen het al te gewelddadige optreden van de politie bij een klimaatbetoging. Wanneer ik deze regels uittik, heb ik ook een dag van diepgaande ergernis om de “Black Friday”-hype achter de rug: hoe mensen als lemmingen van winkel naar winkel hossen, op zoek naar koopjes-die-er-geen-zijn van dingen die ze niet nodig hebben. Daarover gaat het in “Libera” en mijn ergernis wordt gelukkig gekanaliseerd door de vrolijke verpakking, waarin Flavia Coelho haar liedjes weet te stoppen. Van zo’n plaat krijg ik een warm gevoel: ze gààt ergens over en ze is naar de vorm simpelweg uitstekend. Flavia Coelho maakte haar beste plaat tot nu toe en dat belooft… (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||